Wroetende mollen laten niet met zich sollen!
AlgemeenUITGEEST - Het spreekwoord luidt: ‘Ziet men in januari veel mollen, dan laat de winter niet met zich sollen”. Sommige volkswijsheden wijzen op een strenge winter wanneer er veel molshopen te zien zijn, maar of dat zo is valt nog te bezien.
Juist in deze tijd van het jaar kan de grondtemperatuur enorm verschillen. De ene keer zit de vorst diep in de grond en het andere moment is de temperatuur 10 graden boven nul. Je zou denken dat er veel mollen zijn als je naar de bermen rondom het ‘Huttenweekterrein’ kijkt, maar dat is niet zo. Mollen zitten dicht aan het oppervlak en jagen en eten wat af op een dag. Er ontstaan daardoor veel kleine hopen. Dat wil nog niets over de winter zeggen. Het kan twee dingen betekenen: het is ruim boven nul in de grond of de grondwaterstand is erg hoog.
Vorstperiode?
Maar hoe zit dat met een eventuele strenge winter? Alles wat eetbaar is voor een mol gaat dieper de grond in. De mol gaat mee en gaat dieper de grond in, waar hij voorraadkamers aanlegt voor barre tijden. Hierdoor ontstaan grote hopen aan het oppervlak. Of het wel of niet gaat vriezen, daar weet de mol niets van. IJsmeester Nico Brantjes ziet ook niet direct een vorstperiode in het verschiet. “De vogels zie je nog niet in grote koppels zuidwaarts trekken en de molen maken nog geen grote hopen om dieper in de grond te kruipen. Laat het eerst in Rusland maar flink koud zijn. Dan wordt het bij een oostenwind hier ook wel anders.
Hopen
Ondertussen wordt het weer warmer en zie je de mol vrolijk hoopjes maken...Het ene jaar zijn er meer mollen dan het andere en die mollen laten niet met zich sollen! ‘Wroetende molen geven regen, spreek dat maar eens tegen’, maar wie weet komt er nog een koude periode... we blijven hopen!
