Wethouder Cecilia van Weel neemt afscheid van Uitgeest
AlgemeenDoor Anita Webbe
UITGEEST - De aanstaande gemeenteraadsverkiezingen in Uitgeest ziet Cecilia van Weel-Niesten (72) als een mooi moment om haar functie als wethouder neer te leggen. Haar goedgevulde portefeuille met onder andere Jeugdzorg en – beleid, beheer/onderhoud van de openbare ruimte en de (her)inrichting bewaakte zij vier jaar lang als een zwaan op haar nest.
De in Beverwijk geboren en getogen Cecilia van Weel (72) is een ‘aardbei’ in hart en nieren. “Al fietsend vanuit Beverwijk naar Uitgeest krijg ik bij het zien van de volkstuinen altijd een warm gevoel. Opgegroeid in een grote tuindersfamilie tussen groente en de bollen, waren aardbeien de rode draad in mijn jeugd. Als jong meisje moest ik aardbeien plukken. Vreselijk werk, al werd ik als bijna jongste telg uit het gezin ontzien. Dat ik snel inburgerde in Uitgeest kostte me geen moeite want dit was vroeger ook een agrarisch tuindersdorp.”
De coronaperiode vindt de wethouder moeizaam. “Met alle ontmoetingen die van de baan zijn heb ik het gevoel dat ik me extra moet inspannen. Nee, ik ben geen mens om alles vanachter de computer te moeten regelen.”
Licht voor de UVP
Cecilia kent het klappen van de zweep, maar laat weten vooral graag bij zichzelf en politiek onaangetast te blijven. In respectievelijk Hoorn en in Beverwijk was zij voorheen wethouder voor het CDA in Hoorn, de afgelopen vier jaar voor het UVP in Uitgeest.
“Net toen ik op zoek was naar een nieuwe invulling na mijn wethouderschap in Beverwijk werd ik gebeld door raadslid Guus Krom, of ik wethouder in Uitgeest wilde worden. Daar hoefde ik niet lang over na te denken,” lacht Cecilia.
Guus Krom: “Ik ben heel blij dat Cecilia destijds ja heeft gezegd. Ik ben vooral trots op haar enthousiasme en vurige passie. Ze heeft haar stinkende best gedaan voor Uitgeest; ze is overal ingedoken, er bovenop gaan zitten, heeft zich vast moeten bijten en trok zich nergens wat van aan. Vol vuur stond ze haar mannetje. Ja, zij heeft mijn partij licht gegeven als wethouder voor de UVP.”
Dorpse meerwaarde
“Met betrokkenheid creëer je pas een echte gemeenschap.” Hiervan is de afzwaaiende wethouder overtuigd. “Je moet knokken voor wat je belangrijk vindt. Een mooi voorbeeld is Nico Brantjes die als ‘Fruitgeester,’ ‘ijsmeester’ en ‘Japanse duizendknoop-’terminator” zoveel voor het dorp doet. Ook jeugdzorg en jongerenwerk heeft meerwaarde, omdat het altijd anders en beter kan. Ik zie dit het liefst geregeld vanuit Uitgeest in plaats vanuit Bergen. “Individuele aandacht is nodig, maar in het grotere geheel is ook preventie en de taal van de jongeren spreken heel belangrijk. Evenementen als de Huttenweek en de Politiehunt zijn in dit opzicht ideaal voor de jeugd, zodat ze hun ei kwijt kunnen.” Direct slaat Cecilia een bruggetje: “De kinderen van nu hebben speelplekken nodig en later een woning, liefst in een groene leefomgeving.”
De wethouder kijkt naar Uitgeest als een klaverblad met elk een eigen identiteit. “De basisvoorzieningen in zowel De Kleis, de Waldijk, De Koog en het centrum moeten kloppen. Bereikbaarheid, speelplekken, winkels en woningbouw en dat zo groen mogelijk. Met bewoners wordt gekeken naar mogelijkheden hoe de structuur en cultuur van het dorp verbeterd kan worden.”
De Koog
Het meest trots is Cecilia op de richting die de gemeente Uitgeest is ingeslagen met De Koog. “Uitgeest bereidt zich zichtbaar voor op klimaatadaptatie. Al wordt dit project met alle opgebroken straten nu als overlast gezien, ik kijk al uit naar het toekomstige resultaat dat over twee jaar zichtbaar is. Met wat passen en meten wordt dit echt een prachtige wijk met een goede mix van woningbouw, groen en biodiversiteit. Belangrijk is dat je bij alles wat je doet in goed overleg bent. Niet alleen met inwoners maar ook met de provincie en de gedeputeerden. Groot onderhoud is een miljoenenkwestie. Ik ben blij met de ruim twee miljoen aan subsidie voor Uitgeest. Niet alleen voor De Koog, maar ook voor de Populierenlaan en voor de toekomstige rotondes.
Afronden
Als het aan Cecilia ligt leunt zij ook in de laatste fase niet achterover. “Ik ga door tot mijn termijn erop zit. Ik ga kijken hoe we nog zaken voor elkaar kunnen krijgen. Wat betreft de N203 bijvoorbeeld valt er nog veel te verbeteren. Afhankelijk wat het toekomstige college wil, zorg ik er graag voor dat zij alle ruimte hebben. Ik blijf praten, probeer lopende zaken op te lossen en goed af te ronden. Ik ben van plan om straks in Beverwijk ook weer een politieke rol te vervullen, deze keer om nieuwe (jonge) raadsleden te coachen. Ik zal Uitgeest gaan missen: het fietsrondje, het zwaaimoment op de vaste route en het werken tussen beide kerkklokken. Ik ben van dit dorp gaan houden en ik hoop dat het gevoel wederzijds is, al was ik toch iemand van buiten het dorp…”