Eigenaren strandpaviljoens verrast door monstergolven: “Castricum aan ramp ontsnapt”
AlgemeenCASTRICUM - Wankelend in de branding, aan stukken gereten of dobberend in zee: meerdere strandhuisjes en -paviljoens op het strand van Castricum zijn tijdens de paasstorm van gisteren vernietigd of beschadigd. Toch had de schade veel groter kunnen zijn als de paviljoens op aanwijzen van het Hoogheemraadschap al richting zee waren verplaatst, stelt wethouder Ron de Haan. “Castricum is aan een ramp ontsnapt.”
Eerst even wat achtergrondinfo: omdat het zand dat door de zee op het strand wordt achtergelaten door de wind richting de duinen wordt geblazen, wordt de strook strand tussen de strandpaviljoens en de duinen steeds smaller. Als die strook té smal wordt of verdwijnt, en de strandpaviljoens dus tegen het duin aan staan, wordt de natuurlijke groei van de duinen belemmerd, zo stelt het hoogheemraadschap. Daarom is met de paviljoeneigenaren afgesproken dat zij - indien nodig - eens in de vijf jaar die bufferzone herstellen door hun paviljoens richting zee verplaatsen.
“Het heeft te maken met de kustbescherming”, zei Vincent Meurs van paviljoen Zeezicht destijds tegen NH Nieuws, “maar in Castricum speelt dat probleem helemaal niet, aangezien we de hoogste en breedste duinen van Nederland hebben.”
Na lang gesteggel bereikten het Hoogheemraadschap, de gemeente Castricum en de ondernemers in februari vorig jaar alsnog een akkoord. Het Hoogheemraadschap zegde de paviljoens een nieuwe zogeheten watervergunning voor tien jaar toe, op voorwaarde dat ze uiterlijk in maart van dit jaar zouden zijn verplaatst. De twee binnenste paviljoens, Zeezicht en Zoomers, zouden tien á vijftien meter richting zee verhuizen, voor de twee buitenste paviljoens - Deining en Club Zand - werd een verplaatsing van enkele meters afgesproken, om te voorkomen dat die paviljoens boven ondergrondse datakabels zouden komen te staan.
Een maand na de afgesproken deadline is er nog weinig gebeurd. Alleen Deining, het noordelijkst gelegen strandpaviljoen, is inmiddels vier meter verplaatst. “Dat is een compromis”, vertelt Richard Groot, inmiddels ruim twintig jaar eigenaar van Deining. “We moeten voor de duinen uit blijven bewegen”, legt hij uit. Toch was het voor hem geen optie om zijn paviljoen tien à twintig meter zeewaarts te verplaatsen, vertelt hij. “Dat zou betekenen dat we twintig à vijfentwintig keer per jaar natte voeten hebben.”
Uitstel
De andere drie paviljoens hebben vanwege corona uitstel gekregen. Voor paviljoen Bad Noord van Marcel Rinsma, het enige seizoenspaviljoen op het Castricumse strand, is de discussie minder relevant. Omdat hij zijn tent ieder voorjaar opnieuw moet opbouwen, wordt ieder jaar opnieuw bekeken waar hij zijn paviljoen mag neerzetten.
Rinsema, die zijn paviljoen net in gereedheid had gebracht voor het komende seizoen, zag gisterenmiddag hoe de oprukkende zee zijn terras én een strandhuisje van het strand plukte.
Ook Richard Groot van Deining kwam gisteren in allerijl naar zijn ‘tweede woning’ om te kijken of zijn paviljoen de metershoge golven zou overleven. Zijn angst werd versterkt door het feit dat Deining momenteel ‘niet op palen, maar op een plateau staat’. “Normaal staan we op palen van zes à zeven meter, en dan ben ik nooit zo bang, maar het was nu wel even een spannend moment.”
Geluk bij ongeluk
Dat alleen bij Rinsma de schade flink in de papieren loopt, is volgens de Castricumse wethouder Ron de Haan een geluk bij ongeluk. Hij stelde vanochtend op NH Radio dat Castricum ‘aan een ramp is ontsnapt’, omdat de paviljoens zonder het door de coronacrisis ingegeven uitstel waarschijnlijk al veel dichter bij de zee hadden gestaan.
Bron: NHnieuws