Herfst
AlgemeenDe herfst is, net als de lente, bij uitstek een seizoen voor de ogen. Zoals in het voorjaar de wereld steeds opnieuw een poging waagt en de vrolijke kleuren het humeur een oppepper geven, is het najaar troostend door ons de tijdelijkheid en vergankelijkheid te tonen in de prachtigste tinten. De lente is licht en zilver, de herfst is melancholiek en goud.
Ik maak in deze tijd bij rustig weer graag een wandeling door Uitgeest. Kijk naar de steeds blotere bomen, volg een dwarrelend blad dat zich wiegend op de stoep vlijt, voel hoe de naderende winter al een beetje aan het tasten is met zijn koude vingers. Een paar meter voor mij uit lopen twee jonge meisjes met hun moeder. Het zijn échte meisjes met blonde vlechtjes en vrolijk bespikkelde jasjes aan. Uitgelaten rennen ze voor hun moeder uit. Als ze een hoopje herfstbladeren zien rennen ze er gillend doorheen. “Laat dat”, roept het ouderlijk gezag, maar het klinkt niet gemeend. Misschien denkt ze net als ik terug aan haar kindertijd, toen wij dat ook zo graag deden. Op de hoek van de straat blijven de meisjes een beetje ongeduldig wachten tot mams ze heeft bijgebeend en steken over. Daar houden de meisjes elkaars hand vast en huppelen verder. Wat een vrolijkheid!
Ik weet niet hoe het met u zit, maar als ik die energie zie vraag ik me altijd af waar we in onze ontwikkeling zijn gestopt met dit opgewekt vertoon van plezier. Waarom zou ik als volwassene niet door een bergje herfstbladeren mogen rennen? Waarom zou ik niet met een tas op pad mogen om dennenappels, eikeltjes en kastanjes te verzamelen? Als ik jonge kinderen had zou het niet opvallen, dan deden we het lekker samen, maar dat handige excuus kan ik niet aanvoeren.
En toch wil voor even weer net als die meisjes zijn. Het liefst wil ik aan hun moeder vragen: “Zullen wij ook?” maar ik durf niet. Wat zouden de mensen wel niet denken als ze ons samen hand in hand door Uitgeest zien huppelen? Jammer is zoiets, vindt u ook niet?
Mariëtte Eestermans